Even voorstellen: Eline Welle en Laurens de Man

In januari deden mezzosopraan Eline Welle en pianist Laurens de Man auditie en werden als nieuw liedduo toegelaten. Wie zijn zij en waarom kiezen zij voor Vrienden van het Lied? In elk geval om de kans te krijgen zich met het liedrepertoire te blijven bezighouden en u te inspireren. Op 22 september a.s. brengen zij in de regio Utrecht hun programma ‘Im Garten / Au jardin’.
foto: © Carolina Cortés

Wat trok jullie aan in Vrienden van het Lied om je aan te melden voor de auditie?
‘Kansen om het wonderschone liedrepertoire uit te mogen voeren grijpen we graag aan! We vinden het geweldig dat een organisatie als Vrienden van het Lied bestaat en dragen graag ons steentje bij aan het in leven houden van deze bijzondere kunstvorm.’

Hoe hebben jullie je voorbereid op de auditie?
‘Vlijtig repeteren natuurlijk. Nog eens van de teksten genieten en ervoor zorgen dat we precies weten wat wij willen vertellen met de liederen. Opnames maken van de repetitie en die terugluisteren. Het programma voor een coach voorspelen; alles leidt steeds weer tot nieuwe inzichten … toch prettig – maar ook een ietsepietsje frustrerend – om nooit uitgeleerd te zijn.’

Van wat voor soort muziek gaat jullie hart sneller kloppen?
Laurens: ‘Ik kan nauwelijks definiëren wat precies de magie is van pakkende muziek of een boeiende tekst. Wat mij betreft zijn er talloze voorbeelden van magische muziek te noemen uit de afgelopen duizend jaar, variërend van Sweelinck tot Django Reinhardt, om maar twee componisten te noemen waarop ik toevallig vandaag gestudeerd heb.’

Eline: ‘Muziek moet een dramatische lading hebben. Of het nu Bach is of Ravel, opera of filmmuziek, maakt niet uit. Er is zoveel prachtige muziek die me raakt, het gaat toch altijd om de harmonieën en de melodieën. Ook al is in vocale muziek de tekst ook van belang. Sommige muziekstukken trekken iedere keer weer de tranen uit mijn ziel, andere stukken doen me grinniken of maken me onweerstaanbaar vrolijk. Le paon – De pauw – van Ravel bijvoorbeeld. Prachtig hoe dichters en componisten zulke menselijke emoties weten over te brengen, zelfs als het over bomen, planten en dieren gaat.’

Op welk moment werden jullie gegrepen door het lied?
Laurens: ‘Ik herinner me specifiek een voorspeelmiddag bij mijn toenmalige pianoleraar Joop Albracht thuis; ik was toen 15. Iemand zong delen uit Schuberts Schwanengesang, waaronder Der Doppelgänger. Al googelend raakte ik enorm geboeid door de tragiek, lyriek en romantiek van deze kunst. Het heeft me niet meer losgelaten.’

Eline: ‘Ik luisterde vroeger vaak twee cd’s van Emma Kirkby en Rachel Ann Morgan met allemaal Engelse liederen, dat vond ik zo prachtig. Maar pas toen ik zelf lied ging zingen kwam ik erachter hoe fantastisch ik dit repertoire vind. Al die wonderschone en interessante poëzie. Het nodigt bij uitstek uit om al je facetten als artiest te laten zien en je volledige kleurenpallet te gebruiken.’

Tekst gaat door onder de foto’s.

Hoe ligt voor jullie de verhouding tussen ‘prima le parole’ en ‘prima la musica’?
‘Idealiter vullen die twee elkaar aan natuurlijk, en staan ze op een gelijke voet.’

Laurens: ‘Nu geloof ik wel dat ik mooie muziek met muffe tekst enorm kan waarderen, maar andersom niet.

Eline: ‘Dat geldt voor mij ook. Als de muziek heel overtuigend is heb je soms de tekst niet zo nodig, maar bij lied laten de componisten zich toch echt door de tekst inspireren, dat is heel duidelijk en ook zeker een reden waarom ik dit genre zo interessant vind.’

Welk gedicht zou voor jullie nog eens getoonzet mogen worden en waarom?
‘Ja, dan merk je meteen dat wij geen componisten zijn. Wij lezen graag poëzie, maar er ontstaan niet direct klankfantasieën bij het lezen van Paaltjens, Reve, Rilke of Rawie. De tekst op zich is dan al genoeg. Deze vraag laten we dus maar aan de componisten.’

Als jullie alles zouden kunnen bereiken op het podium wat je zou wensen, wat zouden jullie dan waar willen maken?
Laurens: ‘”De mooiste muziek maken op de mooiste plaatsen” is een even overzichtelijke als adequate weergave van mijn ideaal.’

Eline: ‘En liefst altijd voor een aandachtig publiek dat de muziek weet te waarderen. Dan voel ik me ook geïnspireerd om een verhaal te vertellen.’

Spelen zenuwen een rol in jullie leven als musicus?
Laurens: ‘Het lijkt me natuurlijk dat een mens onder druk anders presteert: op sommige vlakken beter, op andere slechter; gelukkig heb ik niet het gevoel dat die druk me al te zeer in de weg staat. De “spanning” van een publiek levert vaak een concentratie op die anders niet te bereiken valt.’

Eline: ‘Voor mij zijn zenuwen voorafgaand aan een concert lastiger te hanteren dan tijdens een optreden. Maar ook daar leer ik steeds beter mee omgaan. Ik streef niet meer naar perfectie, zoals ik vroeger deed. Dat is heel bevrijdend. Het verhaal vertellen aan het publiek, wanneer ik daarmee bezig ben heb ik totaal geen last van de “vervelende” zenuwen. Alleen de “goede” zenuwen zijn er dan.’

Hoe zien de laatste twee uur voor een recital eruit?
Laurens: ‘Ik speel het liefst een flink deel van het repertoire door, waarna ik graag even uitrust in horizontale positie. Ettelijke concertorganisatoren zijn zich al rot geschrokken toen ze me onverwachts, schijnbaar bewusteloos, op de vloer aantroffen.’

Eline: ‘Zaalrepetitie; beginnetjes van stukken doen, tempi checken, kijken hoe de akoestiek werkt en hoe de balans is. Afhankelijk van het moment van de dag en het type concert eet ik iets na de repetitie. In ieder geval kleed ik me om en moet er wat make up op. Verder is het iedere keer een beetje anders. Ontspanning en concentratie, dat is het streven.’

Na afloop van een recital gaat het publiek weer naar huis, wat hopen jullie dat ze ‘meenemen’?
‘Het – hernieuwde – besef dat literatuur en muziek de moeite waard zijn. Dat het iets kan losmaken en teweegbrengen. Het zou fantastisch zijn als het publiek na afloop het gevoel heeft dat ze iets hebben beleefd. Zo anders dan wanneer je thuis naar een cd luistert! En dat ons recital het publiek kan inspireren. Misschien gaat iemand na het horen van ons recital thuis wel aan de slag met één of meerdere liederen van ons programma, dat zou ook leuk zijn. Als dat zo is horen we het graag.’

Met welke al overleden componist zouden jullie nog eens na willen babbelen en waarover?
Laurens: ‘Met Johann Sebastian Bach over getallensymboliek. Hoewel, het speculatieve van deze arcane tak van muziekwetenschap is ook het aantrekkelijke ervan.’

Eline: ‘Met alle componisten van wie we muziek vertolken! Over hoe ze tot hun oh zo persoonlijke en prachtige idioom zijn gekomen. En ik zou ze willen vragen hoe ze onze uitvoering zouden vinden van hun repertoire.’

Wat heeft Vrienden van het Lied jonge musici zoals jullie te bieden?
‘Kansen voor de liedkunst zoals God het bedoeld zal hebben: in een intieme sfeer met aandachtig publiek. En de kans om zelf met dit repertoire bezig te blijven en het verder uit te diepen, nieuwe programma’s samen te stellen. Vrienden van het Lied werkt ongelooflijk stimulerend.’

Eline en Laurens voeren hun programma Im Garten / Au jardin binnenkort uit in de regio Utrecht: