Francine van der Heijden en Phyllis Ferwerda vormden een perfecte twee-eenheid

De Vrienden van het Lied boft met de mooie ruimte in boerderij ‘De Ticheler’ in De Lutte. De aanblik op de historische boerderij tegen de flank van de Paasberg is een feest voor het oog en zeer uitnodigend. Sopraan Francine van der Heijden en pianist Phyllis Ferwerda brachten er op 23 juni jl. hun programma ‘Muze-Minne-Misia Sert’ en in hun spel en hun toelichting vormden ze een perfecte twee-eenheid, schrijft Dinant Krouwel.
foto: © Annette Ovink

De Vrienden van het Lied boft met de mooie ruimte in boerderij ‘De Ticheler’ in De Lutte. Vanaf de smalle aanrijweg is de aanblik op de historische boerderij tegen de flank van de Paasberg een feest voor het oog en zeer uitnodigend. Er stonden al veel auto’s op de parkeerplaats en de deel was met ruim veertig mensen goed gevuld. Sopraan Francine van der Heijden en pianist Phyllis Ferwerda brachten hun programma Muze-Minne-Misia Sert, waarin de relatie tussen muze en componist centraal staat. Ze openden hun recital met drie liederen van Orthel geschreven voor de sopraan en bekende zangpedagoog Ank Reinders. Francine en Phyllis vertelden om de beurt wat over de liederen en natuurlijk over de bijbehorende muzes. De rode draad in hun toelichting werd gevormd door het boeiende leven van Misia Sert, die talloze kunstenaars inspireerde. Het duo vormde zelf ook een muze, want Reyer Zwart componeerde voor hen drie liederen op gedichten van Judith Herzberg. Hierop volgde direct een tango over ene Theo, die even later werd afgekondigd als Zo’n fijn gevoel van Joost Kleppe. Francine vertolkte dit werk met veel theater en was, net als in alle andere liederen, ook hierin woord voor woord te verstaan.

Het publiek hoorde enkele minder bekende liederen van Brahms, die uiting gaven aan zijn sehnsucht naar Clara Schumann. Ook de Franse zangeres Emma Bardac kwam voorbij, die de geliefde was van Fauré en Debussy. Passend bij dit verhaal was het werk The Little Shepherd, uit Children’s Corner van Debussy, geschreven voor Chou-Chou, de dochter van Debussy en Bardac. Van Strawinsky en Caplet klonken twee dierenliederen over liefde en verleiding.

Het was aangenaam toeven in de deel van ‘De Ticheler’ ondanks het hete weer in Twente. Contactpersoon Annette Ovink had van tevoren gezegd dat er in de pauze geen koffie en thee zou zijn, maar verkoelende drankjes. Ze wees ook op het advies dat bij deze hoge temperaturen mensen van boven de zestig beter binnen konden blijven. Blijkbaar waren de meesten niet zo oud of voelden zich niet zo oud, want in de pauze ging men lekker buiten staan of zitten op een van de terrassen.

Na de pauze namen Francine en Phyllis het publiek weer mee naar Parijs met de Voyage à Paris van Poulenc en brachten daarna Le cygne van Ravel, dat hij opdroeg aan Misia Sert. Ze sloten het recital af met de cyclus Fiançailles pour rire van Francis Poulenc geschreven op teksten van zijn muze Louise de Vilmorin. Het rijke artistieke leven van Misia Sert eindigde op tragische wijze. Haar levensverhaal gaf een extra dimensie aan de cyclus van Poulenc. Het duo toonde ook hierin al zijn kwaliteiten en liet de theatrale en de melancholieke kant van Poulenc volop horen. Deze liederen waren hen op het lijf geschreven en Phyllis Ferwerda schudde de pianopartijen uit haar mouw alsof het niets was. Sopraan en pianist vormden tijdens het hele concert een perfecte twee-eenheid zowel in hun spel als ook in hun toelichting. Volkomen terecht zei contactpersoon Charles Mol in zijn dankwoord dat het publiek ten volle had genoten.

Dinant Krouwel
secretaris