Rondetafelgesprek: Wanderlust in Engeland

Het Rondetafelgesprek onder leiding van Leo Samama en met medewerking van Robbert Muuse en Micha van Weers was bijzonder interessant en compleet: met een verdiepend gesprek over de ‘Songs of Travel’ én liederen. Als luisteraar voelde Francine van der Heijden de neiging om vragen te stellen nauwelijks opkomen.
foto: © Francine van der Heijden

Tijdens deze lieddag was er opnieuw een rondetafelgesprek door onze voorzitter Leo Samama, ditmaal samen met bariton Robbert Muuse en pianist Micha van Weers. Gespreksstof vormde het festivalthema Wanderlust en hoe dit thema van toepassing is op de liedkunst in Groot-Brittannië. Die kwam overigens pas zo’n vijftig jaar later op gang dan die op het Europese continent.
 
De prachtige cyclus Songs of Travel van Vaughan Williams werd besproken, maar ook het werk van Ivor Gurney en Benjamin Britten, en parallel daaraan van de componist en volksliedonderzoeker Percy Grainger. Maar ook enkele relevante dichters, met name Robert Stevenson en Edward Thomas, kwamen aan bod. Er was een dubbelrol weg gelegd voor Muuse en van Weers, die over deze componisten en dichters vertelden, maar ook liederen van hen lieten horen.
 
Leo Samama legde uit dat tal van Britse componisten, wandelend door het glooiende Engelse land, de volksliederen en -melodieën optekenden die zij hoorden. Aanvankelijk werden de vele melodieën die het onderzoek opleverde op romantisch-expressieve manier getoonzet. Maar na 1910 – zoals ook Bartók en Kodaly dat deden – zocht men meer naar een ‘omlijsting’ in de trant van die volksmuziek zelf. Dus eenvoudig, helder en ongekunsteld, wat het zo duidelijk Engelse en pastorale karakter in veel muziek verklaart.
 
Weinig later drukte de Eerste Wereldoorlog een fors stempel op het werk van componisten en dichters. Menig kunstenaar kwam met onuitwisbare trauma’s van het front terug. Zo ook het dubbeltalent Ivor Gurney, die zijn ervaringen in de loopgraven bij Ieper en zijn verlangen naar een betere wereld in tal van gedichten en liederen verwerkte. En door veel te wandelen hoopte hij de demonen uit zijn hoofd te kunnen bannen. Benjamin Britten was vanwege zijn pacifistische overtuigingen vlak voor het uitbreken van de Tweede wereldoorlog samen met zijn muze en levenspartner – tenor Peter Pears – naar de VS uitgeweken. Midden in de oorlog, in 1942, keerde hij echter weer terug met een missie van troost: de Britse cultuur uitdragen naar de ‘gewone’ man, het Engelse erfgoed was immers iets om trots op te zijn. Zijn vele arrangementen van volksliederen ontstonden eerst in Amerika en daarna terug in Engeland, en vele daarvan konden ook door kinderkoren en in het onderwijs worden uitgevoerd.
 
We genoten van een bijzonder interessante en complete samenkomst. Ik bedoel hiermee te zeggen dat ik als luisteraar de neiging om nog vragen te stellen nauwelijks voelde opkomen. Veel dank aan gespreksleider Leo Samama en aan het duo Muuse-van Weers voor hun voortreffelijke samenwerking en dit zo inhoudelijke en muzikale rondetafelgesprek.
 
Francine van der Heijden
Lid van de Raad van advies voor artistieke zaken