De betere smartlap in regio Nijmegen

Er vloeide menige traan in de Italiaanse liederen die sopraan Ruth Willemse en pianist Vital Stahievitch ten gehore brachten. Ze maakten tijdens het voorjaarsconcert in regio Nijmegen duidelijk dat het heerlijk is te luisteren naar andermans kommer en kwel.

‘Il lamento del dolor’ – het klaaglied van verdriet. Deze zinsnede uit een van de Composizioni da camera of kamerliederen van Giuseppe Verdi was gerust een passende titel geweest voor dit Nijmeegse concert. Opera mag dramatisch zijn, maar deze liederen van Verdi konden er ook wat van. Zuchten, tranen, smachten, lijden, verlangen, de hele rataplan. Met als absoluut hoogtepunt, of droevig dieptepunt zo men wil, La seduzione, dat verhaalt over een onervaren en goedgelovig meisje dat wordt verleid door een trouweloze kerel en eindigt in het graf, samen met haar pasgeborene. Het is altijd hetzelfde liedje. ‘Arm kind, zestien lentes zo pril’, zong Boudewijn de Groot zo’n eeuw later. De betere smartlappen kortom. Ruth Willemse vertolkte ze met het nodige vibrato, soms een tikje te veel naar mijn smaak, maar steeds gloedvol en indringend.

Na de pauze kwam er wat lucht in het zware gemoed. De liederen van Giacomo Puccini waren vrolijker en ondeugender (‘we lazen niet verder…’). En Sogno d’or was een lief en teer wiegenlied (onderaan deze pagina vindt u een opname van dit lied door Willemse en Stahievitch). Willemse’s zang werd afgewisseld met enkele parelende pianosonates van Scarlatti door Vital Stahievitch.

De verrassing en echte topper van de middag was Il tramonto, een door Ottorino Respighi getoonzet lang gedicht van de romantische dichter Percy Shelley. Het gedicht, door Willemse eerst voorgelezen in het Engels, verhaalt over een jongeman die samen met zijn geliefde de zon wil zien ondergaan. Ze zijn net te laat, maar ach, morgen is er weer een dag. Helaas ligt haar geliefde de volgende ochtend dood en koud in haar armen en zij blijft een leven lang om hem rouwen. De vertolking in zang en piano was indrukwekkend. Het hele palet aan gevoelens, van dromerige beloftevolle romantiek tot en met ingetogen rouw, kwam in klanken langs. ‘Non è strano? Io mai non vidi il sorgere del sole’ (is het niet vreemd? Ik zag nooit de zonsondergang). Dit was aan smartlappen ver voorbij zo mooi.

Bea Ros