Gouden dageraad voor de Dag van het Lied

Als eerste klonk de cyclus A Charm of Lullabies van Britten, waarin Irene Hoogveld met haar expressieve stem tranen en vrolijkheid, moederliefde en gevaren liet horen. Maxime Snaterse kon zich uitleven in de beeldende pianopartijen met zoete klanken en grillige harmonieën. Hierna speelde de pianiste het openingsdeel uit de Gesänge der Frühe van Schumann, een rustig intermezzo als overgang naar de Mahler-liederen. Maxime liet de polyfonie mooi horen met veel gevoel voor nuances, waardoor het letterlijk als een gezang klonk.

Het duo vervolgde met vijf Rückert-lieder van Mahler. Beide artiesten gaven alle ruimte aan de rijkdom van de poëzie en de muziek. De liederen klonken breekbaar, verlekkerd, hymnisch, verliefd en berustend. Door de zorgvuldige dynamische opbouw klonk Mitternacht intiem en krachtig en tijdens Ich bin der Welt abhanden gekommen kon je een speld horen vallen. Hierna kon het publiek zich overgeven aan het vijfde deel uit de Gesänge der Frühe van Schumann, subtiel uitgevoerd door Maxime.