Jury auditie 2026: Sasja Hunnego

Op zaterdag 24 januari is het zover. In ArtEZ Conservatorium Zwolle vindt dan onze jaarlijkse auditie plaats. De jury bestaat zoals elk jaar uit musici die hun sporen op het podium van de liedkunst hebben verdiend. We legden hen enkele vragen voor. Deze keer de reactie van mezzosopraan en zangpedagoge Sasja Hunnego: ‘In deze tijd van dreigende verarming mogen we de uitingen van verfijning in denken en voelen niet opgeven. Het is voor mij een feest om elke dag met jonge mensen hieraan te werken en hun bevlogenheid te ervaren.’
""

Wat zou je jonge duo’s willen meegeven of aanraden?
Ik zou jonge zangers willen meegeven zich bewust te zijn van de eigentijdse relevantie van de liedkunst en ook dat ze zouden moeten proberen een vertaalslag te maken naar de huidige tijd. Uiteindelijk is de thematiek van de poëzie ‘van ooit’ dezelfde als die van nu: liefde, troost, betovering, humor, sensualiteit, verlangen, sterfelijkheid, dilemma, verraad, overleving, religie en ga zo maar door.

Het is mijns inziens dus aan de huidige zangers en pianisten om dit te laten voelen aan een jonger publiek door na te denken over de vorm waarin ze recitals geven. Dit kan zijn door context te creëren, een visuele omlijsting, maar ook het kiezen van een niet voor de hand liggende locatie bijvoorbeeld. Dat zou niet als een spreekwoordelijke knieval moeten voelen ten opzichte van de manier waarop de liedkunst tot dusver vaak werd en wordt uitgevoerd. Ik denk althans dat de traditionele luisteraar het mogelijk als knieval zou ervaren, als gewoon naast de piano staan en zingen niet meer zou lijken te voldoen.

Ik vind het daarom heel belangrijk om te benadrukken dat ik niet denk dat de liedkunst in zichzelf niet voldoende zou communiceren, maar omdat er in de tijd waarin de jongere generatie is opgegroeid onvergelijkbare manieren van communiceren zijn ontstaan en het leven ook een heel ander tempo heeft dan ten tijde van het ontstaan van veel van de liederen. Deze ontwikkelingen hebben de beleving, de focus en behoeften van jong publiek veranderd. Het vraagt uiteindelijk ook een specifieke nieuwsgierigheid, interesse en empathisch vermogen, om je te willen verdiepen in kunstvormen die soms al eeuwen geleden zijn ontstaan. Voor zangers van mijn generatie en daarvoor, behoeft dit uiteraard geen uitleg, maar om de schoonheid van de liederen door te geven aan volgende generaties, hen er net zo van te laten genieten en erdoor getroost en betoverd te laten worden, denk ik dat het nodig dat over een vertaalslag nagedacht wordt.  Zodat de verbinding blijft. Gelukkig gebeurt dit al steeds vaker.

Het Conservatorium van Amsterdam heeft bijvoorbeeld in samenwerking met theater Splendor voor een serie GenZ-recitals, waarin bij het maken van een recital juist dát de opdracht is aan de studenten. Ook bij de eindexamens kiezen studenten er vaak voor om de klassieke vorm van ‘naast de piano’ staan los te laten. Studenten willen zich de liederen toe-eigenen, door ze vanuit hun eigentijdse beleving vorm te geven. Daar komen prachtige concerten uit voort. Uiteraard vind ik dat het nooit ten koste mag gaan van de kwaliteit van het zingen en het respect voor het repertoire. Ik hoop ook zeker dat de klassieke recitalvorm nooit zal op houden te bestaan! Leve Vrienden van het Lied!

Wat maakt een liedrecital voor jou echt bijzonder?
Een recital is bijzonder als ik het gevoel krijg dat ik me, op wat voor manier dan ook, aangesproken voel, dat ik ‘erbij mag’. Dat gebeurt in mijn beleving alleen ik voel dat de performers een hoge mate van integriteit hebben naar de tekst en de muziek en ze zich eraan kunnen overgeven, zodat ze de focus op het produceren van geluid bijvoorbeeld, achterwege kunnen laten.

Kun je je een recital herinneren dat echt indruk op je maakte? Wat maakte het zo onvergetelijk?
Het recital van Roderick Williams vorig jaar tijdens Internationaal Lied Festival Zeist is me erg bijgebleven. Het vermogen te betoveren, zijn grenzeloze generositeit in de klank en zijn kleurrijke manier van vertellen, ontroerden mij zeer. Maar er waren ook recitals in de finale van de International Vocal Competition ‘s-Hertogenbosch, dat dit jaar in het teken stond van ‘Theater in song’, die mij raakten.

Zoals ik eerder zei: ‘te horen en zien wat jonge kunstenaars bezighoudt, de thematiek die twintigers en dertigers kiezen en de uiteenlopende vormen die ze ervoor kozen, vond ik in een aantal gevallen echt bijzonder. De thema s waren onder andere emancipatie, gender, het dilemma van keuzes maken, angst voor wereldpolitieke gevolgen.’

Eén van de voorstellingen had het thema ‘oorlog’ en angst daarvoor. Dit recital werd uitgevoerd tegen een achtergrond van redelijk confronterende projecties van oorlogstaferelen. Sommige mensen uit het publiek vonden dit te realistisch, te weinig poëtisch, ‘too much in your face’, zeiden ze. Ik begrijp dat wel. Dit thema raakt natuurlijk een open zenuw in de huidige tijd. Voor mij was het contrast, dat de vorm van dit recital realiseerde – tussen het gebrek aan empathie en ‘beschaving’, waar oorlogen vaak uit voortkomen enerzijds, en de, zogezegd, gesublimeerde vorm van beschaving die de liederen hebben en hun schoonheid anderzijds – een bijna onverdraaglijke en diepe realisatie van het verdriet dat ik heb over de verruwing van de wereld. Mijn totaal onverwachte emotionele reactie erop geeft daarvan blijk. Een realisatie in een andere dimensie. Ik realiseer me op zo’n moment weer even wat de slagkracht van kunst is.

We mogen de uitingen van verfijning van denken en voelen niet opgeven. Zeker niet in deze tijden van dreigende verarming. Dat is de belangrijkste taak van kunstenaars in deze wereld. Een voorwaarde daarvoor is je publiek aan je te binden en overtuigd zijn van je slagkracht en relevantie. Het is voor mij in ieder geval een feest om elke dag met jonge mensen hieraan te werken en de bevlogenheid van jonge zangers te ervaren. Ik voel mij zeer bevoorrecht.

Wat is op dit moment je top 3 van favorieten liederen?
Dat vind ik moeilijk. Er zijn zoveel prachtige liederen. Ik noem er een paar waaraan ik in de laatste tijd met zangers aan heb gewerkt en die ik allemaal weer op een andere manier mooi vind. Traumgekrönt uit de Sieben frühe Lieder van Alban Berg, Zang van Salome van Rosy Wertheim, Three early songs van George Crumb, Néère van Reynaldo Hahn, Hexenlied van  Felix Mendelssohn en King David van Herbert Howells.